Het ACV heeft op de eerste dag van de paasvakantie actie gevoerd om de grote belastingontwijking aan te klagen. Plaats van het gebeuren: de luchthaven van Zaventem. Vakbondsmilitanten deelden boardingpassen uit van ‘No Tax Airlines’, een luchtvaartmaatschappij die zich specialiseert in reizen naar belastingparadijzen zoals Panama en de Kaaimaneilanden.

De vakbond wilde aan de reizigers uitleggen hoe makkelijk sommige mensen of ondernemingen de fiscus kunnen ontlopen. LBC-NVK-secretaris Tijs Hostyn wees erop dat de actie diende om méér belastingen op grote fortuinen te eisen. “Wij vroegen op een meer ludieke manier aandacht voor het probleem en gaven tegelijk wel een boodschap mee”, vertelt Tijs. Op de achterkant van de boardingpass stond een pamflet afgedrukt waarop de vakbond meer toelichting gaf bij de actie.

Neem nu de familie De Spoelberch, een grote aandeelhouder van bierbrouwer AB InBev. Deze steenrijke familie tracht zo min mogelijk belastingen te betalen in België door haar geld in Panama te steken. Werkende mensen betalen wel veel belastingen en zagen hun rekeningen op allerlei vlakken stijgen.

Lees meer over de strijd voor een rechtvaardiger fiscaliteit op www.hetgrotegeld.be.

Mondelez is een internationaal voedingsbedrijf dat in België bekend is als fabrikant van Lu-koekjes en Côte d’Or-chocolade. Sinds 2012 is er een nieuwe bedrijfsstrategie die de onderneming tot een agressieve financiële machine omvormde. Het management is alleen gericht op het verhogen van de winsten door de werknemers uit te persen en agressief te besparen. Voor de werknemers betekent dit ontslagen, de sluiting van vestigingen en permanente herstructureringen. Tegelijkertijd vloeide 10 miljard euro kapitaal naar de aandeelhouders terug. In 2015 kreeg ‘ceo’ Irene Rosenfeld alles bij elkaar 18.350.000 euro uitbetaald.

De mondiale voedingsvakbond en alle vakbonden die actie
f zijn in de onderneming vechten terug om een kwaliteitsvolle tewerkstelling te verdedigen. Zoiets kan alleen maar als werknemers over de landsgrenzen heen samenwerken en druk zetten op het management via gecoördineerde acties. In de week van 27 tot 31 maart was er een mondiale actieweek. In heel wat landen vonden diverse acties plaats. Dat varieerde van acties op de werk
vloer, publieke initiatieven, acties via de sociale media tot meetings met het plaatselijke management. Bij deze contacten met het management werden overal dezelfde vragen op tafel gesmeten. Overal werden dezelfde flyers gebruikt, uiteraard in de eigen landstalen.

De actieweek is geen eindpunt. Verdere druk zal nodig zijn o
m het management te dwingen om van strategie te veranderen.

www.iuf.org

Het aandeel van werknemers in het nationaal inkomen zakt wereldwijd. Bezitters van kapitaal, zoals beleggers, krijgen juist een groter deel van het nationaal inkomen. Ook in opkomende markten doet dit fenomeen zich voor. Dat verklaarde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in april.

De bevindingen van het IMF sluiten aan bij die van de Franse econoom Thomas Piketty. Die voorspelde twee jaar geleden dat de inkomensongelijkheid deze eeuw zou groeien omdat het rendement op kapitaal structureel hoger is dan dat op arbeid. Deze hogere winst op het vermogen komt neer op een hoger inkomen uit dat vermogen, wat de ongelijkheid op zijn beurt weer vergroot.

Vakbonden zijn het geknipte instrument om werknemers te verdedigen opdat ze een zo groot mogelijk stuk van de koek zouden krijgen. De ervaring en studies wijzen uit dat de loon- en arbeidsvoorwaarden beter zijn in landen waar veel werknemers aangesloten zijn bij een vakbond. Hetzelfde geldt voor ondernemingen en sectoren. Wanneer de werking van de vakbond goed is uitgebouwd in een onderneming of sector, blijkt steevast dat de belangen van de werknemers met meer succes worden behartigd dan zonder sterke vakbondsaanwezigheid. Je hoeft je dan ook niet lang af te vragen waarom sommige werkgevers liever geen syndicale pottenkijkers hebben.

Het Netwerk tegen Armoede is teleurgesteld over de plannen van Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts om de rijopleiding te hervormen. “De financiële en andere drempels die er al waren, blijven even hoog in de hervormde opleiding”, stelt het Netwerk vast. “De prijs voor de kandidaat-bestuurder en de eventuele vrije begeleider stijgt zelfs nog door het ingelaste terugkommoment en de extra opleiding die vrije begeleiders verplicht moeten volgen en betalen. Nochtans is het rijbewijs een belangrijke sleutel tot de arbeidsmarkt. Het gros van de vacatures stelt nog steeds het bezit van een rijbewijs B als voorwaarde. Bovendien hebben laaggeschoolde jongeren vaak een wagen nodig om te kunnen solliciteren en zeker om zich te kunnen verplaatsen van en naar het werk. Jobs voor laaggeschoolden situeren zich vaker dan gemiddeld in ploegenarbeid en op industrieterreinen die moeilijk bereikbaar zijn met het openbaar vervoer.”

Volgens het Netwerk kan de rijopleiding op een veel betere manier worden vernieuwd. “Wij hadden enkele voorstellen gedaan die het rijbewijs toegankelijker kunnen maken voor kwetsbare groepen en niet afdingen op veiligheid. De drempels voor jongeren en oudere kandidaat-bestuurders in armoede blijven bijzonder hoog. De rijopleiding via de rijschool (60 euro per uur) blijft even duur en even onbetaalbaar voor wie een laag inkomen heeft. Het terugkommoment betekent nog extra kosten. Het praktische examen wordt zelfs nog een heel stuk duurder zodat de totale factuur nog hoger uitvalt. Wij hadden gepleit voor een sociaal tarief voor rijlessen via een rijschool, maar dat idee is helaas van tafel geveegd.”

Kwetsbare jongeren zouden natuurlijk voor de vrije begeleiding kunnen kiezen maar ook dat is niet vanzelfsprekend. Het Netwerk tegen Armoede zal samen met enkele partners onderzoeken of er formules zijn die dit wel toegankelijk kunnen maken. “We zullen op basis van dat onderzoek een voorstel doen en hopen daar de nodige steun voor te vinden.”

www.netwerktegenarmoede.be

Op 24 april 2014 vond in Bangladesh een grote industriële ramp plaats. Het bedrijf Rana Plaza stortte in waardoor meer dan 1.000 textielwerknemers stierven en 2.000 gewond raakten. Aan de vooravond van de herdenking vermeden Bengaalse vakbonden een nieuwe tragedie. Ongeveer 3.000 textielwerknemers waren op 5 april aan het werk in het Ananta Plaza – een industrieel pand van 15 verdiepingen in Dhaka – toen de benedenverdieping gedeeltelijk instortte. Dat was het gevolg van grote graafwerken naast het gebouw. De plaatselijke vakbond riep onmiddellijk op om de werknemers te evacueren. Ze vroegen aan het management om het bedrijf te sluiten tot het opnieuw structureel veilig was.

Het management sloot het bedrijf twee dagen en wilde daarna de productie hervatten. In reactie hierop betoogde de vakbond voor de overheidsdienst die verantwoordelijk is voor de veiligheidsinspecties in gebouwen. De vakbond eiste een verplichte sluiting van het gebouw tot het probleem zou zijn verholpen. En de acties hadden resultaat! Er volgde een inspectie, en die resulteerde in het advies om de verdieping te herstellen en op de bouwwerf naast het gebouw de put te vullen. Het advies werd opgevolgd, met als resultaat dat het gebouw veilig werd verklaard. De werknemers keerden terug naar hun werk nadat de werkgever en de vakbonden met elkaar hadden gesproken. De vakbond kon ook het bedrijf overtuigen om het loon van de werknemers uit te betalen voor de dagen dat ze niet hadden kunnen werken. Het hele gebouw zal verder veilig worden gemaakt om toekomstige rampen te vermijden. De Bengaalse vakbonden zijn blij met het behaalde resultaat.

www.industrial-union.org

In de Europese vakbondswereld is er grote ongerustheid over de groeiende inkomensongelijkheid in de EU. Uit cijfermateriaal van Eurostat (2015) blijkt dat de minimumlonen sterk variëren in Europa. Bulgarije heeft het laagste minimumloon met 184 euro per maand. Luxemburg bevindt zich aan het andere uiterste van het spectrum met 1.923 per maand. Als je de koopkracht per land mee in rekening brengt, wordt het beeld wat genuanceerder maar de verschillen blijven groot.

Voor de crisis groeiden de minimumlonen van de EU-lidstaten naar elkaar toe maar dat veranderde in 2008. In de Baltische staten, sommige mediterrane landen en Ierland had de crisis het zwaarste effect. Na 2011 slaagden de Baltische staten, Oost-Europese landen en Ierland er sneller in om de crisis te boven te komen. De lonen van de mediterrane landen bleven zakken. In elke lidstaat groeide tijdens de crisis de kloof tussen hoge en lage inkomens. Bij lidstaten met een goede sociale zekerheid was dit wel minder uitgesproken. De economische heropleving zorgde niet automatisch voor hogere lonen.

Het Europees Vakverbond (EVV) vindt dat dit niet langer kan. Werknemers hebben recht op een beter loon. Collectieve onderhandelingen moeten worden aangemoedigd en gepromoot om dit mogelijk te maken. Zoiets staat haaks op het huidige EU-beleid en de politiek in de lidstaten. Het EVV en de nationale vakbonden voeren momenteel campagne om hun deel van de koek op te eisen voor de werknemers. Een loonsverhoging mag niet louter als ‘extra kosten’ worden gezien. Als werknemers meer verdienen, kunnen ze ook meer producten en diensten kopen, en dat is een stimulans voor de hele economie.

Lees meer op www.payrise.eu